PVV en VVD dicht bij elkaar

Gepubliceerd: 17-01-2017

  • VVD sluit aan bij PVV, bij rijtje middelgrote partijen gebeurt er nagenoeg niets
  • Rutte ‘meest geschikte’ premier, hij en Asscher wat waardering betreft in de lift
Zetelpeiling: VVD sluit aan bij PVV
In de nieuwste zetelpeiling sluit de VVD aan bij de PVV. Het verschil in zetelaantal (29 versus 30) valt ruimschoots binnen de nauwkeurigheidsmarges. Achter beide partijen zien we nog altijd een grote groep van middelgrote partijen: CDA (stijgt licht van 13 naar 16), D66 (15), GroenLinks (14), SP (13) en PvdA (12). 50PLUS levert enigszins in en volgt met 9 zetels.
De (nu nog) zetelloze partijen zijn samen goed voor circa drie zetels, maar afzonderlijk komen ze (in elk geval DENK, FvD, VNL en de Piratenpartij nét[1]) te kort voor een zetel. Nieuwe Wegen van Jacques Monasch, GeenPeil en ‘die partij voor niet-stemmers’ worden één keer als mogelijk alternatief genoemd.
1 | Virtuele zetelverdeling week 3 2017: PVV en VVD aan kop, peloton van middelgrote partijen intact
   
TK ‘12
    15 dec 2015 25 feb 2016 1 april 2016 2 juni 2016 19 sept 2016 17 okt 2016 5 dec 2016 22 dec 16 17 jan 17
VVD 41     23 25 25 22 25 27 25 23 29
PvdA 38     10 11 10 12 9 11 7 11 12
PVV 15     33 32 35 36 29 23 35 36 30
SP 15     20 19 16 18 18 16 15 13 13
CDA 13     14 16 15 15 14 16 17 13 16
D66 12     22 17 18 18 18 18 17 13 15
ChristenUnie 5     9 7 8 7 7 8 7 8 6
GroenLinks 4     10 11 10 9 13 12 11 13 14
SGP 3     3 4 4 3 4 3 4 3 3
50PLUS 2     3 4 4 6 7 11 10 13 9
PvdD 2     3 4 5 3 3 4 2 4 3
Piratenpartij 0     0 0 0 0 1 1 0 0 0
VNL 0     0 0 0 0 1 0 0 0 0
DENK -     - - - 1 1 0 0 0 0
FvD -     - - - - - 0 0 0 0
 
Bron: Kantar Public (TNS Nipo), 2017

De relatieve winst van de VVD en het (eveneens relatieve) verlies van de PVV lijkt vooral te maken te
hebben met een afname van de electorale stroom van de VVD naar de PVV. Gaf in december 2016
maar liefst 17% van de VVD-stemmers uit 2012 nu PVV te willen stemmen, inmiddels is dit deel
geslonken naar 8%. Een (spaarzame) kiezer die overweegt de omgekeerde stap te maken, vat dit als
volgt samen:
 
Ik twijfel nog tussen beide, maar kon niet beide invullen’ (stemde eerst PVV, zou nu VVD stemmen)
 
Een kiezer die wel van plan is de overstap van VVD naar PVV te maken, stelt:
 
‘De politiek is een grote rotzooi, ook de PVV. Echter de PVV is de enige partij die zijn nek uitsteekt. Hier spelen andere partijen momenteel handig op in. Door vooral de nadelen van de PVV te benadrukken. Echter, wat mij opvalt de laatste tijd is dat andere partijen nu ook in hun reclame naar de verkiezingen de voorstellen die de PVV heeft hebben, maar dan iets anders’ (stemde eerst VVD, zou nu PVV stemmen).
 
Kiezers lijken (nog) niet erg bezig te zijn met al dan niet mogelijke coalities. Het woord ‘uitsluiten’ of ‘buitensluiten’ valt helemaal nog niet.
 
Of de PVV dan wel de VVD momenteel betere papieren heeft, is moeilijk te zeggen. Beide partijen ontlopen elkaar op dit moment niet veel wat verdere groeipotentie betreft. Op dit moment liggen (verdere) groeikansen voor de VVD bij D66 en CDA, terwijl de PVV het vooral van VVD-kiezers moet hebben (meer dan omgekeerd).
 
Grote kloven in stemgedrag naar leeftijd, opleiding en regio
Bij hoger opgeleiden is de VVD verreweg de grootste, gevolgd door D66 en GroenLinks. Bij middelbaar en lager opgeleiden is de PVV de grootste. Opvallend is dat onder lager opgeleiden 50PLUS het nog iets beter doet dan het CDA, SP en PvdA.
Kijken we naar leeftijd, dan zien we enkele opvallende verschillen. De PVV is momenteel verreweg de meest populaire partij onder twintigers en vijftigers, de VVD onder dertigers en veertigers. Bij zestig plussers strijden het CDA en 50 Plus om die titel. In de drie grote steden is de VVD beduidend populairder dan de PVV en scoort GroenLinks (veel) beter dan gemiddeld, terwijl in het zuiden van het land de PVV verreweg het grootst is. In het noorden blijft de SP het goed doen.
 
Rutte en Asscher stijgen in kiezersgunst
Nog een mogelijke reden voor het voorzichtige electorale herstel van de VVD van de laatste weken lijkt de toegenomen waardering voor Mark Rutte. Rutte scoort nu drie procentpunten hoger dan in december (5,9). Verder stijgt het aandeel kiezers dat in hem de ‘meest geschikte’ premier ziet (van 16% begin december naar 25% nu).
Ook Lodewijk Asscher lijkt erop vooruit te zijn gegaan in de kiezersgunst: van een 5,5 in december naar een 5,8 nu. Daarmee scoort hij vergelijkbaar met Pechtold en hoger dan Buma en Roemer. Datzelfde geldt voor de mate waarin hij ‘meest geschikt premier’ wordt geacht: met 8% scoort hij ongeveer even goed als Wilders (10%) en Pechtold (9%) en hoger dan Roemer (4%) en Buma (3%). Hoewel Jesse Klaver de hoogst gewaardeerde fractievoorzitter is (6,1), komt hij als ‘meest geschikte premier’ niet verder dan een vijfde plaats (5%). Opvallend is dat onder GroenLinks-kiezers na Klaver zelf (32%) Lodewijk Asscher en Alexander Pechtold (respectievelijk 22% en 21%) het ook goed doen als beoogd premier. 
2 | Rutte duidelijk favoriete premier, geen enkele lijsttrekker springt er uit
  Rapportcijfer (gemiddeld): 1-10 ‘Meest geschikt’ als volgende premier
  5 dec 2016 22 dec 2016 17 jan 2017 5 dec 2016 22 dec 2016 17 jan 2017
        % % %
Mark Rutte 5,6 5,6 5,9 16 20 25
Geert Wilders 4,7 4,5 4,3 12 12 10
Alexander Pechtold 5,8 5,7 5,8 9 8 9
Lodewijk Asscher 5,5 5,5 5,8 7 7 8
Jesse Klaver 6,1 6,0 6,1 5 5 5
Emile Roemer 5,7 5,4 5,5 6 3 4
Sybrand Buma 5,7 5,7 5,6 4 6 3
Henk Krol 4,9 4,8 4,7 * * 0
Geen van deze/ weet niet * * * 40 39 33
Bron: Kantar Public (TNS Nipo), 2016
 
Onderzoeksnummer: D0542
Het onderzoek is uitgevoerd middels de CAWI-methode (online). De steekproef is getrokken in TNS NIPObase. Aan het onderzoek werkten in totaal 977 Nederlanders van 18 jaar en ouder mee (bruto steekproef: n=1.515, totale respons: 64%). Veldwerkperiode: 12 t/m 16 januari 2017. In het weekend – 14 en 15 januari – trapten veel partijen hun verkiezingscampagne af. We zien vooralsnog geen significante verschillen in kiezersgunst in de dagen vóór en gedurende/ na deze periode. 
 
De steekproef is getrokken op basis van de ideaalcijfers voor geslacht, leeftijd, opleiding, Nielsen-regio, gezinsgrootte en politiek stemgedrag bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 12 september 2012. De resultaten zijn herwogen op geslacht, leeftijd, opleiding, gezinsgrootte, politiek stemgedrag bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 12 september 2012.
 
We benadrukken dat we in deze peiling met steekproefmarges te maken hebben. Voor de grootste partij in de peiling (PVV, met 19,0%) komt dit overeen met zo’n twee tot drie zetels hoger of lager. Het verschil met de tweede partij (VVD, met 18,5%) is statistisch verwaarloosbaar. Ook de scores voor CDA, D66, GroenLinks, SP en PvdA vallen alle binnen de steekproefmarges, waardoor het onmogelijk te zeggen is welke van deze partijen groter is.
 
Bij publicatie of verspreiding graag de bron: Kantar Public/ TNS NIPO vermelden.
 
Voor meer informatie kunt u terecht bij:

Tim de Beer 
t 020 5225 399 / 06 – 39 23 11 75
e tim.de.beer@kantarpublic.com
Twitter: @timdebeer79                                                          

Koen de Groot
020 522 55 26
e koen.de.groot@kantarpublic.com
Twitter: @Koen_deGroot
 
[1] Zoals bekend is de potentie van DENK naar alle waarschijnlijkheid (veel) groter, omdat de voornaamste potentiële kiezersgroep van deze partij (niet-westerse allochtonen) ondervertegenwoordigd is in surveyonderzoek (ook het onze). Vanaf eind januari trekken wij een aanvullende steekproef om de invloed van niet-westerse allochtonen op de zetelverdeling beter mee te nemen.