Werken op afstand blijft ook na de coronacrisis populair en transformeert de wereld van de forenzen

Gepubliceerd: 05-05-2021



Meer dan de helft van de forenzen wereldwijd is van plan om minstens gedeeltelijk te blijven thuiswerken na de coronacrisis. Samen met een groeiende voorkeur voor gezondere vervoerswijzen, maar ook een opleving van het woon-werkverkeer per auto, betekent dit dat het komende jaar van cruciaal belang zal zijn voor de inrichting van de infrastructuur en de toekomst van de mobiliteit. Het nieuwe Mobility Futures-onderzoek van Kantar, uitgevoerd onder bijna 10.000 stadsbewoners, brengt de belangrijkste wereldwijde mobiliteitstrends voor het komende decennium aan het licht. 

De belangrijkste wereldwijde mobiliteitstrends:

  • De pandemie heeft geleid tot een daling van 30% van het aantal verplaatsingen naar werk, onderwijsinstellingen en vrijetijdsactiviteiten.
  • 50% van de forenzen denkt na de pandemie minstens gedeeltelijk op afstand te blijven werken. Het openbaar vervoer heeft 5,6% aan marktaandeel moeten inboeten vanwege de ongerustheid over hygiëne.
  • Het aandeel van autogebruik in het totale aantal verplaatsingen is tijdens de pandemie met 3,8% gestegen en het ziet ernaar uit dat dit na de pandemie zo zal blijven.
  • In heel West-Europa zien we tijdens de coronacrisis een verschuiving van 5% naar gezonde vervoerswijzen zoals lopen, fietsen en steppen, waarbij een toenemend aantal mensen zegt dat dit hun favoriete vervoerswijze zal blijven.
In het nieuwste onderzoek, uitgevoerd nu de wereld begint na te denken over het leven na de pandemie, anticiperen stedenbouwkundigen en infrastructuurprofessionals op het nieuwe reisgedrag. Kantar voorspelt dat werken op afstand een belangrijke rol zal spelen in het 'Nieuwe Normaal' nadat de coronabeperkingen zijn opgeheven. Wereldwijd werken momenteel ongeveer 2 op de 3 inwoners van grote stedelijke gebieden vanuit huis en uit de studie blijkt dat gemiddeld de helft van hen van plan is in de toekomst op afstand te blijven werken. 

Gezondere vervoerswijzen als lopen en fietsen winnen terrein

Gezondere vervoerswijzen zijn, vooral in Europa, aanzienlijk toegenomen in deze periode. Met de beperkte mogelijkheden om vervoer te delen, hebben Europeanen de voorkeur gegeven aan lopen en fietsen voor hun dagelijkse verplaatsingen. In Europa zag Kantar een stijging van 4,8% in het gebruik van gezonde vervoerswijzen, waarbij lopen de grootste voorkeur geniet en 78 van de 100 scoort in de tevredenheidsindex. In Amerikaanse steden is het gebruik van gezonde vervoermiddelen echter slechts licht gestegen (0,6% op jaarbasis), voornamelijk vanwege de grote afstanden en de op de auto ingerichte infrastructuur.

De pandemie heeft geleid tot een grotere nadruk op lokalisme en kortere reizen. Deze trend zou een positieve invloed kunnen hebben op het concept van de ‘15-minuten stad’. In dit concept ligt de nadruk minder op de auto en worden alle voorzieningen voor de essentiële en dagelijkse behoeften van mensen op 15 minuten lopen of fietsen aangeboden. De data van Kantar ondersteunen dit beeld; lopen en fietsen zijn momenteel de hoogst scorende vervoersmiddelen in termen van tevredenheid.

Autogebruik stijgt, gebruik openbaar vervoer krijgt klap

Ondanks de gezondheidskick is er ook een toename van het autogebruik. Sociale afstandsmaatregelen en bezorgdheid over de gezondheid leidden ertoe dat meer mensen ervoor kozen alleen te rijden tijdens de pandemie om de blootstelling aan COVID-19 te beperken. Ondanks de negatieve milieueffecten van benzineauto's blijft autorijden een van de favoriete manieren van verplaatsen; op jaarbasis groeit het gebruik met 3,6% en de voorkeur met 1,9%. Daarmee is autorijden na lopen de populairste vervoerswijze.

Met een daling in het gebruik met 5,6% en een tevredenheidsscore van slechts 37 op 100, heeft het openbaar vervoer daarentegen een zware klap gekregen tijdens de pandemie. Deze daling komt o.a. door de restricties in het gebruik, sociale afstandsmaatregelen en de keuze voor individuele vervoermiddelen (d.w.z. lopen of fietsen). De uitdaging voor steden zal zijn hoe ze het publiek terug naar het openbaar vervoer kunnen lokken om de verkeersopstoppingen te verminderen en de milieuschade in steden te beperken.

Guillaume Saint, Global Automotive & Mobility Practice Lead, zei:

"De wereldwijde pandemie heeft de manier waarop mensen zich in steden verplaatsen fundamenteel veranderd. Nu meer mensen thuis werken, zien we een aanzienlijke daling van het openbaar vervoer ten gunste van de auto. Hoewel dit tijdelijk veiliger is, brengt het in de toekomst wel problemen met zich mee op het gebied van duurzaamheid en verkeersopstoppingen als steden zich niet richten op milieuvriendelijke en efficiënte stedelijke infrastructuren. We zien echter ook een toenemende verschuiving naar lokalisme, met meer mensen die genieten van gezondere vervoerswijzen zoals fietsen, wandelen of e-scooters. Met deze brede verschuiving in keuzes en gedrag is het nu tijd voor steden om hun infrastructuurplannen te heroverwegen en aan te passen om meer duurzame mobiliteit in de post-pandemische toekomst aan te moedigen".

In het Mobility Futures-onderzoek van Kantar werden meer dan 9.500 stadsbewoners uit 13 wereldsteden afgelopen februari ondervraagd over hun huidige reiservaringen en gewenste vervoerswijzen. Meer informatie over Kantars Mobility Futures 2021 onderzoek.

Voor meer informatie kunt u terecht bij:

Matthijs de Gier

 

Client Director
m. 06 5367 3647
e. matthijs.de.gier@kantar.com