In de peiling: Veld kruipt naar elkaar toe

Gepubliceerd: 14-02-2017

•    PVV en VVD op gezamenlijk laagste niveau sinds oktober 2016
•    Opgaande lijn D66, CDA en GL
•    Stemwijzer leidt tot verschuivingen en nieuwe twijfel


Zetelpeiling: partijen kruipen naar elkaar toe
In de nieuwste zetelpeiling kruipt het speelveld naar elkaar toe. De PVV haalt 17,5% (omgerekend 27 zetels), een duidelijke afname in vergelijking met twee weken geleden. Het verlies van de PVV vertaalt zich echter nauwelijks in winst voor de VVD: deze partij is nu goed voor 15,5%, omgerekend 24 zetels. In totaal kunnen PVV en VVD nu op 51 zetels rekenen, circa een derde van de stemmen. Dat is het laagste gezamenlijke zetelaantal voor beide partijen sinds oktober 2016.

Achter de PVV en VVD zien we beweging in de (nog altijd) grote groep van middelgrote partijen. Zowel D66 als het CDA kunnen nu op 18 virtuele zetels rekenen, een duidelijke toename sinds december 2016 (toen beide partijen op 13 zetels stonden). Ook GroenLinks (16) zit in vergelijking met eind december duidelijk in de lift. Dat geldt niet voor de SP – de socialisten stonden afgelopen najaar op 18 zetels maar houden er nu 11 over, evenveel als de PvdA.

Bij de kleinere partijen zien we dat de Partij van de Dieren nu op 5 zetels zou mogen rekenen en dat behalve DENK[1] nu ook Forum voor Democratie op één virtuele zetel komt. VNL en de Piratenpartij komen te kort voor een zetel. Datzelfde geldt voor Nieuwe Wegen, GeenPeil en de Ondernemerspartij.
1 | Virtuele zetelverdeling week 7 2017: gat PVV en VVD met andere partijen minder afgetekend  

indepeiling-14feb.png
Bron: Kantar Public (TNS Nipo), 2017
2 | Virtuele zetelverdeling week 7 2017
  TK 2012   15 dec ‘15 25 feb ‘16 1 april ‘16 2 juni 16 19 sept ‘16 5 dec ‘16 22 dec ‘16 17 jan ‘17 31 jan
‘17
13 feb ‘17
VVD 41   23 25 25 22 25 25 23 29 22 24
PvdA 38 10 11 10 12 9 7 11 12 10 11
PVV 15 33 32 35 36 29 35 36 30 35 27
SP 15 20 19 16 18 18 15 13 13 14 11
CDA 13 14 16 15 15 14 17 13 16 16 18
D66 12 22 17 18 18 18 17 13 15 15 18
ChristenUnie 5 9 7 8 7 7 7 8 6 6 6
GroenLinks 4 10 11 10 9 13 11 13 14 15 16
SGP 3 3 4 4 3 4 4 3 3 3 3
50PLUS 2 3 4 4 6 7 10 13 9 10 9
PvdD 2 3 4 5 3 3 2 4 3 3 5
DENK - - - - 0 0 0 0 0 1 1
FvD - - - - - - 0 0 0 0 1
Piratenpartij 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0
VNL 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0
Bron: Kantar Public (TNS Nipo), 2017
 
Vooral ‘zekere’ kiezers bij PVV, aandeel slinkt iets
Uiteraard zweven nog zeer veel kiezers. Slechts 18% van de ondervraagden is naar eigen zeggen
volledig geland – hier vertaald als: geeft op een schaal van 0 (geen enkele stem) tot 10 (alle
stemmen) het volledige aantal punten (10). Kijken we met een vergrootglas naar de meest
overtuigde stemmers, dan zien we dat de PVV procentueel het meeste van dit soort kiezers herbergt
(6% van alle ondervraagden[2]), op afstand gevolgd door de VVD (3%).

Toch is deze 6% van het electoraat dat ‘zeker’ op de PVV gaat stemmen een daling ten opzichte van
medio januari, toen het om maar liefst 9% ging. Dat lijkt overigens vooral te maken te hebben met
een duidelijke afname van ‘zekere’ PVV-stemmers onder mensen die in 2012 niet gingen stemmen.
 
Daar staat tegenover dat regeringspartijen VVD en PvdA iets aan terrein winnen onder hun ‘oude’
kiezers uit 2012. Respectievelijk vier op de tien en de helft van de VVD- en PvdA-stemmers geven
hun keuze uit 2012 helemaal geen kans (meer). Medio januari stonden ze er slechter voor: toen gold
dat voor de helft van de VVD-kiezers en zes op de tien PvdA-kiezers.

Qua potentie maakt D66 echter de grootste stap: de sociaal-liberalen krijgen aanmerkelijk vaker één
of meer punten dan twee weken geleden (26%, was 20%). Geen enkele andere partij haalt een
dergelijk hoge ‘potentie’. Dat blijkt ook uit het feit dat D66 de favoriete tweede keuze is (9%), voor
VVD, PvdA en GroenLinks (alle 7%).     
 
Rapportcijfer Wilders duikelt, houdt wel hoogste aandeel ‘lovers’
Wat de ‘meest geschikte’ premier van de Nederlanders betreft verandert er weinig: Rutte wordt het
vaakst genoemd (21%), gevolgd door Pechtold (11%) en Wilders (10%).  

Wel zien we een aanmerkelijke daling van het gemiddelde rapportcijfer van Geert Wilders: van een
4,6 medio januari naar een 3,9 nu. De reden voor deze daling ligt vooral in het feit dat een hoger
aandeel mensen hem een ‘1’ geeft (was 25%, nu 35%) en dat het aandeel tienen iets is geslonken
(van 4% naar 2%). Overigens heeft Wilders nog altijd het hoogste aandeel ‘lovers’: Mark Rutte volgt
op een tweede plaats (1% geeft hem een 10). Daar tegenover staat dat 11% Rutte een 1 geeft. Rutte
scoort gemiddeld een 5,4, waarmee hij lijsttrekers Klaver (6,0), Pechtold (5,8) en Segers (5,7) voor
zich moet laten).
 
Stemwijzer en Kieskompas doen kiezers van mening veranderen (of juist extra twijfelen)
De lancering van de Stemwijzer en het Kieskompas zijn niet onopgemerkt voorbij gegaan. Ze oefenen
in ieder geval grote invloed uit. In de motieven van switchende kiezers komende beide kieshulpen
tientallen keren voorbij. Sommige kiezers veranderen hun mening en geven aan ‘geland’ te zijn,
terwijl bij anderen juist de twijfel toeslaat:
 
‘Iemand zoals Geert Wilders. Dat zegt de Stemwijzer ook. Maar die dingen beter kan verwoorden. Dat
niet iedereen zijn nekharen omhoog gaan. Er wordt in ieder geval niet genoeg naar de gewone
mensen geluisterd’ (stemde in 2012 VVD, weet het nog niet)
 
Ik heb het destijds af laten hangen van de stemwijzer. Dat zal nu ook weer zo zijn. Maar nu kwam er iets anders uit. Ik heb de politiek onvoldoende gevolgd om zonder stemwijzer een keuze te kunnen maken’ (stemde in 2012 VVD, weet het nog niet)
 
‘Twijfel over hoe het nu verder moet, ben van plan Stemwijzer in te vullen’ (stemde in 2012 PvdA, weet het nog niet)
 
‘Om eerlijk te zijn ben ik er nog niet 100% zeker van omdat ik nog meer wil inlezen en debatten kijken. Maar aan de hand van de uitspraken op stemwijzer was ik het net ietsjes vaker met PvdA eens dan met D66’ (stemde in 2012 D66, zou nu PvdA stemmen)
 
‘Ik bepaal mijn keuze altijd aan de hand van een stemwijzer’ (stemde in 2012 SP, zou nu ChristenUnie
stemmen)
 
‘Deze partij kwam uit de stemwijzer’ (stemde in 2012 VVD, zou nu CDA stemmen)   
 
‘Stemwijzer, sociaal-liberaal, onderwijs’ (stemde in 2012 PvdA, zou nu D66 stemmen)
 
‘De uitslag van de Stemwijzer. En Jesse Klaver is een sympathieke politicus’ (stemde in 2012 SP, zou nu GroenLinks stemmen)
 
Onderzoeksnummer: D0542
Het onderzoek is uitgevoerd middels de CAWI-methode (online). De steekproef is getrokken in TNS NIPObase. Aan het onderzoek werkten in totaal 1.359 Nederlanders van 18 jaar en ouder mee (bruto steekproef: n=1.950, totale respons: 70%). Veldwerkperiode: 8 t/m 12 februari 2017.

De steekproef is getrokken op basis van de ideaalcijfers voor geslacht, leeftijd, opleiding, Nielsen-regio, gezinsgrootte, etniciteit (Nederlanders met een allochtone respectievelijk migrantenafkomst) en politiek stemgedrag bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 12 september 2012.

De resultaten zijn herwogen op geslacht, leeftijd, opleiding, gezinsgrootte, politiek stemgedrag bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 12 september 2012 en etniciteit (‘autochtonen’ versus ‘mensen met een niet-westerse migratieafkomst).
 
We benadrukken dat we in deze peiling met steekproefmarges te maken hebben. Voor de grootste partij in de peiling (PVV, met 17,5%) komt dit overeen met zo’n twee zetels hoger of lager. Het verschil met de tweede partij (VVD, met 15,5%) is op dit moment niet statistisch significant. De scores voor D66, CDA en GroenLinks vallen binnen de steekproefmarges, waardoor het onmogelijk te zeggen is welke van deze partijen op dit moment groter is. Daarachter volgen PvdA, SP en 50PLUS.
 
Vanaf volgende week werkt Kantar Public met een zogeheten ‘rolling panel’: deelnemers aan het huidige onderzoek zullen opnieuw worden uitgenodigd voor vervolgonderzoeken. Dit betekent dat de steekproef wekelijks voor circa een derde wordt ververst.
 
Bij publicatie of verspreiding graag de bron: Kantar Public (voorheen: TNS NIPO) vermelden.
 

[1] De voornaamste potentiële kiezersgroep van DENK (niet-westerse allochtonen) is doorgaans ondervertegenwoordigd in ‘reguliere’ steekproeven (ook de onze). Sinds eind januari wordt, om de invloed van deze groep op de zetelverdeling beter mee te nemen, deze groep naar rato meegenomen - met als resultaat dat DENK ruim een procent haalt (omgerekend één zetel).

[2] Dus inclusief niet-stemmers en ‘weet niet’ (n=1359).


Voor meer informatie kunt u terecht bij:

Tim de Beer 
t 020 5225 399 / 06 – 39 23 11 75
e tim.de.beer@kantarpublic.com
Twitter: @timdebeer79

Koen de Groot
020 522 55 26
e koen.de.groot@kantarpublic.com
Twitter: @Koen_deGroot